Menu

Een ochtend in het Hospice

Na een korte frisse fietstocht sta ik om 6.45 uur voor de deur van het nog donkere, stille hospice. De lichten in de gang zijn nog uit, Ik ben de eerste van de 2 vrijwilligers die de nachtdienst komt aflossen.

Na het openen van de deur door de ZZG-nacht-verpleegkundige begroetten we elkaar en lopen we naar de vrijwilligersruimte, de lampen in de gang gaan aan. In de vrijwilligersruimte ligt een breiwerk op de hoek van de tafel, het is een rustige nacht geweest. Nadat mijn collega E is gearriveerd krijgen we een kopje thee en starten we met de overdracht.

Afbeelding1

Mevrouw V in kamer 1 heeft de hele nacht geslapen. Zij lag al in bed toen de ZZG-nacht-verpleegkundige binnenkwam. Ze heeft haar niet wakker gezien. In kamer 2 ligt mevrouw K. Zij was vroeg in de ochtend wakker en is nu opnieuw in slaap gevallen. We laten haar lekker slapen. In kamer 3 ligt mevrouw T. Haar man is vannacht blijven slapen. In de nacht is ze een paar keer wakker geweest, voor een toiletbezoek, maar sliep daarna weer rustig verder. In kamer 4 ligt mijnheer W. Mijnheer is stervende en 2 van zijn dochters hebben vannacht bij hem gewaakt. De situatie is onveranderd en verwacht wordt dat het langzaam minder zal worden.

Na de overdracht, vertrekt de ZZG-nacht-verpleegkundige en wensen we haar welterusten. Onze dienst begint. Tijdens onze thee lezen we de zorgmappen van de gasten, zodat we kunnen zien hoe het de diensten ervoor is gegaan. Op deze manier krijgen we, naast wat de nachtdienst ons vertelde, een beter beeld van de situatie.

Hierna pakken we de lijst waarop de 4 diensten staan en zien dat het de dag is waarop de levensmiddelen in de koelkast gecontroleerd moeten worden. Ook moet de magnetron schoongemaakt worden. Er is een ochtendkrant voor 1 van de gasten die wordt door collega E even gehaald. Dit zijn mooi de taken die we kunnen doen voordat de gasten wakker worden. Collega E controleert de koelkast en ik maak de magnetron schoon. Ik vul de afwasmachine, we schuiven de overgordijnen open en de TV gaat aan op de radiozender 100% NL, zachtjes maar toch net aan.
Zo werken we de lijst af, naar elkaar toe.

Omdat het in alle kamers nog stil is lopen we eerst even naar het washok. Daar hangen de lakens al droog aan het wasrek, klaar om gestreken te worden. De lakens zijn regelmatig een discussiepunt, mogen ze wel in de droger of niet. Besloten is niet, dus hangen ze in de warme machinekamer en bij mooi weer lekker buiten. De wasmachines zijn klaar, 2 schone draaien kunnen in de drogers.

Daar gaat de bel, 8.30 uur. E doet open, de ZZG-verpleegkundige is er, samen met een stagiaire. Terwijl zij opstarten haal ik thee voor ze en overleggen we hoe de ochtend ingevuld gaat worden. Allereerst verzorgen de verpleegkundigen de medicijn-rondes. Sommige gasten moeten eerst bepaalde medicatie hebben voordat ze uit bed gaan, of voordat ze kunnen gaan ontbijten.

Daarna spreken we af dat collega E samen met de verpleegkundige naar mevrouw V in kamer 1 gaat, en ik samen met de ZZG-stagiaire naar mevrouw T in kamer 3. Op onze vraag aan mevrouw T of ze gewassen wil worden of onder de douche wil kiest ze, met een glimlach, voor douchen. Dat is zo fijn, het warme water langs haar lichaam. En dan kunnen ook de haren gewassen worden. “Ach”, zegt ze, met een lachje, “dat is net iets wat Jan (haar man) niet zo goed kan”. Het is een onderneming voor mevrouw, maar ze heeft het ervoor over. Haar man gaat even naar de huiskamer, drinkt daar rustig een kopje koffie en leest de krant.

Samen met de ZZG-stagiaire halen we mevrouw uit bed, en met behulp van de draaischijf kan ze zonder veel ongemak op de postoel plaatsnemen. Zo rijden we haar naar de afgesloten doucheruimte om haar in alle privacy te douchen. Terwijl de ZZG-stagiaire mevrouw doucht, verschoon ik het bed, ruim het nachtkastje een beetje op en doe de gordijnen open. Het zonnetje komt al naar binnen.

Terwijl mevrouw T wordt Afbeelding3afgedroogd en ik even niet verder hoef te ondersteunen gooi ik het beddengoed van mevrouw T in de wasmachine en loop ik richting kamer 4. Naast de deur staan 2 pilaren, op iedere pilaar een brandende (elektrische-)kaars. Hieraan kan iedereen die in het hospice komt zien dat op die kamer iemand stervende is, of misschien net is overleden.

Nadat ik op de deur heb geklopt en zachtjes binnenloop, zie ik de dochters om het bed zitten, de een houdt de hand van haar vader vast, de ander zit met haar ogen dicht in de stoel naast het bed. De gordijnen zijn half open. Het is stil op de kamer, het enige geluid is de ademhaling van mijnheer. Stokkend en onregelmatig, even is het stil en dan met een diepe zucht komt het weer op gang.

Terwijl de andere dochter wakker wordt, praten we zachtjes over hoe de nacht gegaan is. De beide dochters geven aan dat ze zien dat het langzaam meer achteruit gaat, zien het aan zijn gezicht en horen het aan de ademhaling. Ze hebben er vrede mee, maar zijn, logisch, ook verdrietig. Ze bespreken dat ze om beurten naar huis gaan, en voor de dochter die achterblijft maak ik een ontbijtje en terwijl zij dat even rustig in de huiskamer opeet, blijf ik bij mijnheer W.

Ik zit naast hem, en kijk naar zijn gezicht. Het is een rustig beeld, met de ademhaling als enig teken van leven. Op zijn plankje staat een foto, van hoe hij was. Een stevige, trotse man, fiere houding, grote lach met een zongebruind gezicht. Het stevige is al een tijdje verdwenen, maar dat trotse zie ik toch nog wel in hem terug. De dochter is klaar met het ontbijt en komt terug de kamer in, ik ruil weer met haar en druk haar op haar hart te bellen als ze iets nodig heeft. Ze knikt, een dankbare grimas.

In kamer 3 zit mevrouw T lekker in de sta-op-stoel, moe maar tevreden, en ze is toe aan haar ontbijtje. Haar man is even naar huis gegaan en komt vanmiddag weer terug. Ze wil graag een kopje gewone thee, met 2 bruine boterhammen, zonder korstjes, één met jam en één met appelstroop, in kleine stukjes gesneden.

In de keuken kom ik collega E tegen, die het ontbijt voor mevrouw V aan het verzorgen is. Tijdens het maken van het ontbijt nemen we de lopende zaken door, wat moet er nog en wat kunnen we overdragen aan onze vervangers om 11.00 uur. Mevrouw K is net wakker. Zij krijgt van ons vast een kopje thee en zal door onze vervangers verder geholpen worden.

Intussen is het 10.35 en wordt het tijd dat wij de zorgmappen gaan bijwerken. Dit is belangrijk, zodat onze collega’s na ons weten hoe het met de gasten gaat. Zijn er bijzonderheden, krijgen ze bezoek, is er een bijzondere verandering, verslechtering, heeft mijnheer of mevrouw speciale wensen voor het eten, alles noteren we zodat het voor de andere diensten duidelijk is. Dit voorkomt dat de gast het nog een keer moet herhalen, of er frustratie ontstaat omdat het vergeten is door te geven.

Om 10.45 uur gaat de bel, de eerste vervanging is gearriveerd. De tweede komt via de ”artiesteningang”, de deur gaat open en we voelen de warme lucht van buiten naar binnen komen. Coördinator Jessica komt aan de tafel zitten, en terwijl iedereen iets te drinken heeft starten we de overdracht. Om 11.00 uur zit de dienst erop.
Terwijl ik de vrijwilligersruimte uitloop kijk ik naar rechts. De vlam van de kaars flikkert, en ik hoor een snik en als ik richting de buitendeur loop denk ik…..
koester de dag….morgen is alles anders…..

Margareth

ANBI Status

De VPTZ Wijchen (RSIN: 8005.55.636) zet zich voor 100% in voor het Algemeen Belang. Daarom is een gift aan de VPTZ en aan het Hospice Wijchen aftrekbaar bij uw belastingaangifte; dit volgens de speciale ANBI (Algemeen Nut Beogende Instellingen) –regeling.

VPTZ

Hospice en Thuiswaken Wijchen is aangesloten bij VPTZ Nederland.