Nieuws en achtergronden van Thuiswaken en Hospice Wijchen
Redactie: redactie @ hospicewijchen.nl
Voorwoord
Deze tijd van het jaar brengt bij mij persoonlijk onvermijdelijk herinneringen naar boven aan het liedje van Gerard Cox. Kent u het? “t is weer voorbij die mooie zomer. Die zomer die begon zowat in mei”. Dagelijks maken onze vrijwilligers in het hospice en bij het thuis waken mee wat de kracht is van herinneringen. We steunen mensen die afscheid nemen van het leven en afscheid nemen van elkaar. Dat is veelal ook een tijd van herinneringen. Wat sterkt het ons dan enorm als we van een familielid van een van onze gasten de volgende reactie krijgen: “De tijd die we in Hospice Wijchen hebben gehad heeft ons leven en dat van mijn vader verrijkt”. Voor deze familie is een verdrietige tijd daarmee ook later een warme herinnering. Dat we dat kunnen betekenen voor mensen is heel bijzonder en dat maakt het dankbaar werk. In deze editie leest u weer mee met het werk van de vrijwilligers in het hospice en thuis. Een kijkje in wat zij meemaken en hoe een avond of nacht kan verlopen.
In juni hebben we de vrijwilligers bedankt voor hun inzet met een activiteit met een tropisch zomers tintje. In zaal Sterrebosch klonken de klanken van een heuse sambaband. Onze eigen vrijwilligers, die na een middag flink oefenen kwamen tot harmonieuze samenwerking en een samba waarmee ik de optocht in Brazilië wel aandurf. En zo is onze vrijwilligersgroep: een geheel waarbinnen iedereen anders is en zijn eigen bijdrage levert. Een muziekstuk met verschillende tonen en samen een mooi harmonisch geheel dat prachtig is om naar te luisteren en mee te werken. Weet u nog iemand die daar bij past, graag! We kunnen vooral voor Thuiswaken Wijchen nog nieuwe mensen gebruiken. Tenslotte danken we ook in deze editie weer gulle gevers en nemen we niet alleen afscheid van de zomer, maar ook afscheid van één van de verpleegkundigen van het team van de ZZGzorggroep. Het team heeft alweer nieuwe verpleegkundigen weten te vinden, dus de continuïteit is gewaarborgd. We wensen Ruth veel succes in haar verdere loopbaan en hopen dat ze haar warmte en passie voor de terminale zorg weet te behouden. Want het is prachtig en dankbaar werk.Tjitske Huender Directeur
Middagdienst: 15.00-19.00 uur
Kwart voor drie loop ik langs het hospice en ja hoor: mevrouw T zit gelukkig weer buiten. Weliswaar in een dikke jas met een sjaal om, maar zo houdt zij het wel vol in dit prille zonnetje. Het is druk in de vrijwilligerskamer: collega U met wie ik deze dienst ga draaien, is er al. Coördinator Jessica Reijnen en directeur Tjitske Huender, die de overdracht deze keer bijwonen, zijn in druk gesprek en de twee collega’s die we gaan aflossen schrijven bijna hijgend de laatste regels van de rapportage. In die tijd kunnen U en ik wel even thee gaan halen om de boel op te vrolijken.En dan begint de overdracht. Alle kamers zijn bezet. Per kamer wordt de status doorgesproken met veel aandacht voor gasten bij wie recent veranderingen zijn opgetreden en wanneer een gast nieuw is voor ons. Vandaag is dat kamer 4. De toestand van mijnheer W is dit etmaal sterk verslechterd. Voor onze gast kunnen we niet veel meer betekenen maar wel voor de familie en vrienden die nu afscheid komen nemen, of er de laatste uren bij willen blijven. Even later zijn collega U en ik alleen en “lopen” we snel door de gastendossiers. Gewapend met al die kennis gaan we aan de slag.In de huiskamer ontmoet ik een deel van de familie van mijnheer W. Enkelen zitten terneergeslagen aan de grote tafel en twee hangen er, druk in de weer met hun telefoontje, op de hoekbank. “Wil iemand een kopje koffie of thee”, is vaak een effectieve opening om het gesprek op gang te krijgen. Ook nu weer. Ik hoef niet veel te zeggen. Het naderend afscheid doet hen duidelijk pijn: “Het was zo’n goede man. Drie weken geleden stond hij nog boontjes te plukken in zijn moestuin”. Het lijken details, maar het beschrijft zo duidelijk het bijna onvoorstelbare dat hij er dadelijk niet meer is en het daarbij behorende verdriet. Ik hoor welke familieleden de laatste weken dag en nacht zich hebben ingezet en ook dat hij tot gisteren iedereen nog kende en met een glimlach begroette. Maar even later gaat het gesprek over mij… “Vind je het niet moeilijk om hier te werken?” Die vraag is niet nieuw voor mij en ik vertel dat het lukt omdat het voldoening geeft om iets te betekenen voor mensen die het zwaar hebben. Ik weet dat dit niet overtuigend genoeg overkomt, maar deel twee van mijn antwoord wel: “Het is wel moeilijk als ik een gast voor de eerste keer ontmoet die dan jonger blijkt te zijn dan ik.” De bel gaat en dan kan ik een volgend familielid verwelkomen.Ondertussen gaat collega U de kamers langs en neemt de bestellingen op voor het avondeten. Als het mogelijk en gewenst is leidt dat vaak tot een gesprek. Op kamer 1 is mevrouw V ingedut in haar fauteuil, maar haar echtgenoot weet wel waar we haar een plezier mee kunnen doen. “Mag ik vanavond ook mee-eten?” vraagt hij. Vanzelfsprekend. Wel opmerkelijk dat hij precies dezelfde maaltijd kiest… In kamer 4 zitten drie familieleden rondom het bed van de stervende mijnheer W. Het is er stil. Zelfs de TV staat nu op zwart. Zijn dochter houdt zijn hand vast en spreekt af en toe lieve woordjes. Over het avondeten heeft nog niemand nagedacht maar wij hoefden ons daar geen zorgen over te maken. “We gaan straks wel frites of chinees halen.” Prima: dan dekken wij de grote tafel in de huiskamer voor jullie.Mevrouw T van kamer 3 krijgt het nu wel koud buiten. Samen rijden we haar naar binnen om haar op bed te leggen. De kleren mogen aanblijven want het wordt maar een kort dutje voor het eten. ”Wilt u eerst nog even naar de wc?“ Dat blijkt een goed idee te zijn. En inmiddels is Mevrouw T er ook uit wat ze wil eten: “Die witlof met ham en kaas van zondag was zo lekker, is die er nog?”
Als even later de bel weer gaat ontvangen we verpleegkundige X van de ZZG voor de middagronde. We spreken kort de stand van zaken door en spreken af waar onze assistentie nodig zal zijn. Na de medicijnenronde assisteert collega U bij het op bed verschonen van de stervende mijnheer W. De familieleden zijn in die tijd met zijn allen in de huiskamer. De koffiemachine draait nu even op volle toeren, terwijl ik begin met het voorbereiden van de maaltijd. In mijn ooghoeken zie ik dat de dochter het te kwaad krijgt. Gelukkig wordt ze opgevangen door haar echtgenoot. Vóór de verpleegkundige vertrekt zet ik de “pitten” zachter en bespreken we met haar de aandachtspunten voor de komende uren. Daarna snel de vaatwasser aan, want we zijn bijna door de koffiekopjes heen. Half zes kijkt het echtpaar V glimlachend toe hoe wij een geurende maaltijd serveren. Mijnheer V heeft al twee kleine glaasjes rode wijn klaar staan…. mevrouw T van kamer 3 schrikt wakker als we binnen komen: “Is het al zó laat.” Even de haren rechtstrijken en we helpen haar op de stoel aan het tafeltje. “O wat lekker. Heerlijk!” Ze zal misschien drie hapjes eten. We gooien wat weg hier. Maar dat geeft niets.
In de huiskamer zit de familie aan de frietjes. De sfeer ontspant zich. Anekdotes uit het rijke leven van mijnheer W ontlokken zelfs een voorzichtige lach. Prima zo. De moeilijke uren en dagen komen toch wel. Collega U gaat nog even bij mevrouw T zitten, het wordt anders te stil voor haar. Gelukkig verwacht zij zo dadelijk nog wat bezoek. Als ik de tafels afruim komt collega U aanrennen: “Het is al half zeven! We moeten aan de rapportage beginnen.” Dat wordt opschieten voordat we worden afgelost.Als we beide om tien over zeven naar buiten lopen kijken we elkaar nog eens aan. “Het was goed zo.” Ondertussen heb ik wel honger gekregen. Wat zou er thuis klaar staan?Harrie
Avonddienst: 19.00-23.00 uur
Het is alweer een tijdje geleden dat ik een avonddienst heb gewerkt. Ik parkeer mijn fiets onder het afdak en word hartelijk ontvangen door twee dienstdoende collega vrijwilligers. Degene met wie ik zal werken komt ook net aan en samen starten we met een kopje thee de overdracht. Mevrouw V van kamer 1 heeft haar man op visite en wil daarna vroeg naar bed. Mevrouw K van kamer 2 heeft vandaag de verjaardag van haar dochter gevierd met een ‘etentje’, samen met haar dochter en schoonzoon op haar kamer. Omdat zij hierna erg moe was, ligt zij nu heerlijk te slapen. Zij wilde eigenlijk graag naar de harpmuziek luisteren die vanavond live gespeeld wordt. Wij zullen zien of dat misschien toch (deels) haalbaar is. Mevrouw T van kamer 3 heeft net gegeten. Zij geniet nu van een kopje thee bij haar televisie. Mijnheer W van kamer 4 is inmiddels gesedeerd (in slaap gebracht met medicatie) en na het familiebezoek van vandaag waken zijn dochters nu om beurten bij hem. Zij zijn sterk, maar hebben het moeilijk en zij vinden het fijn als wij af en toe een praatje komen maken of samen een tijdje bij mijnheer waken. Dat doen wij graag. Onze collega’s vertellen nog dat er een klein wasje opgehangen moet worden en dat de vaatwasser vreemd doet; hij pompt het water niet meer weg. Zij hebben het grootste deel van de vaat al handmatig afgewassen en de monteur ingeseind. We bedanken de collega’s voor hun inzet en overdracht en wensen hen een fijne avond. De dochter van mijnheer W van kamer 4 steekt al gauw haar hoofd om het hoekje. Zij vraagt zich af of haar vader pijn heeft, omdat hij soms wat geluid lijkt te maken als hij adem haalt. Ik ga even met haar kijken en luisteren. Ik hoor niets verontrustends, maar besluit ter geruststelling van de dochter de ZZG-verpleegkundige te vragen om snel even te komen. Zij kan vanuit medisch perspectief oordelen en uitleg geven. Ze komt meteen en de dochter is opgelucht. Zij durft even een kopje koffie te drinken in de huiskamer met mijn collega terwijl ik bij haar vader plaatsneem. Soms is het zo fijn voor dierbaren even wat afstand te nemen en te kunnen vertellen wat je bezighoudt…
Als de ZZG-verpleegkundige komt laten wij hen even alleen. Mevrouw V van kamer 1 vraagt nog een half glaasje sap en als zij dat op heeft zal haar man vertrekken. Mijn collega steekt even haar hoofd om de hoek en vertelt dat onze harpist net gearriveerd is. Wil mevrouw naar de muziek luisteren? Ja, zij kiest ervoor haar kamerdeur nu open te laten in plaats van dicht. Haar man komt even kijken hoe de harpist zijn instrument installeert en zachtjes aan begint te verkennen welke muziek hij dit moment het meest passend vindt. Hij is zelf ook vaak verrast door hoe de sfeer in huis via de harp vertaald wordt naar een melodie of klank. In mijn ervaring is dat elke keer weer prachtig en goed afgestemd op de behoefte van onze gasten en onszelf. We hangen de was op, doen de tuinstoelkussens vast naar binnen waar dat kan en doen een afwasje. We legen prullenbakjes en vullen de verzorgingsproducten op de kamers aan. Ook hangen wij de foto’s van de medewerkers van de volgende dag op, zodat iedereen in de hal op het bord kan zien wie die dag op welk tijdstip aanwezig is.Mevrouw V van kamer 1 is intussen, luisterend naar de harpmuziek, in slaap gevallen en haar man is gegaan. Mevrouw K van kamer 2 is na toiletbezoek meteen weer in slaap gevallen. Zij heeft nog wel glimlachend de klanken van de harp gehoord. Bij mevrouw T van kamer 3 komt de ZZG-verpleegkundige zo om haar met éen van ons te verzorgen en in bed te helpen. Haar man is op bezoek en maakt na het roken van een sigaretje op ons terras even een babbeltje met mij. Hij leeft mee met de dochters van mijnheer W op kamer 4 omdat hij de kaarsen heeft zien branden bij zijn slaapkamerdeur…teken dat het overlijden nabij is. Mensen leren elkaar bij het koffiezetapparaat kennen in een emotionele tijd. Zij zijn vaak erg begaan met elkaar. Ons praatje sluiten we af met de gedachte dat hij voor nu blij is zijn vrouw vanavond in elk geval nog met een dikke pakkerd kan instoppen voor zo lang hen dat nog gegeven is.Mijn collega vraagt mij even mee te komen kijken bij mijnheer W op kamer 4. Zijn ademhaling lijkt nu toch echt te veranderen en wij denken dat het niet lang meer zal duren voordat hij zal overlijden. Ik blijf samen met de dochter een tijd bij hem zitten. Soms hoef je niet veel te zeggen om je met een ander te kunnen verbinden. Na een tijdje wordt het haar wat veel en besluit zij toch haar zus te bellen om te komen. Ik blijf bij mijnheer terwijl mijn collega met de ZZG-verpleegkundige mevrouw T van kamer 3 naar bed helpt en haar man gedag zegt.
Tijdens het waken in de laatste fase heb je weleens vaker momenten waarop je je afvraagt of iemand nog wel doorademt. Heel geregeld is dat dan toch wel zo. Juist als ik mij op dit moment afvraag of mijnheer nog wel een keer zal inademen, komt mijn collega om de hoek kijken. Ik kijk op naar haar, hoor een zachte “Pffff” en zie dat dat zijn laatste adem was. Net nu zijn dochter weg is. Mijn collega en ik zijn er door geroerd. Deze vader heeft zijn eigen moment gekozen om los te kunnen laten, zo voelt het althans. Ik leg mijn hand even op zijn hand en loop dan naar de tuin, waar zijn dochter nog aan de telefoon zit. Als zij mij ziet en wij elkaar in de ogen kijken is een medelevende knik genoeg voor haar om te weten dat het zover is. Rustig, maar emotioneel ontvangt zij de boodschap en zij geeft mij de telefoon om haar zus het bericht mede te delen, omdat zij dat zelf niet kan. Ik sla mijn arm om de verdrietige dochter en begeleid haar naar haar vader. Ook de andere dochter arriveert. En kort daarna belt de nachtverpleegkundige al aan. We laten de verpleegkundigen samen met vader en dochters en proberen de laatste taken die zijn blijven liggen goed op papier te zetten voor de ochtenddienst. Het is belangrijk om deze avond samen met de verpleegkundigen en de dochters af te sluiten op een manier die voor ieder goed voelt.De dochters vinden het fijn dat de verpleegkundigen mijnheer W nu nog verzorgen en dat de uitgeleide (het overbrengen naar het mortuarium in dit geval) morgenochtend zal plaatsvinden. Zij voelen in een roes hun vermoeidheid en gaan samen naar huis, nadat zij hun vader gedag hebben gezegd. Wij spreken de avond door met de verpleegkundigen en voelen dat het goed is, omdat we gedaan hebben wat wij konden en de dochters zich gesteund hebben gevoeld. Het maakt dat ik thuis, na een glaasje drinken en kort verhaal doen aan mijn man, toch goed kan loslaten wat ik samen met al deze mensen heb beleefd vandaag. Ik realiseer mij dat het niet vanzelfsprekend is dat er morgen weer een nieuwe dag zal zijn. Maaike
Witte dâ
De Meestal hoor je wel ergens muziek in ons gebouw. Zeker in de huiskamer en vaak op de kamers van onze bewoners. Meestal staan we er niet eens bij stil. Maar één keer per week wel! Dan zit Berry Cloosterman heel rustig in de gang en speelt harp. U kent u dat geluid en beseft meteen dat het geen meezingers worden. Wel een streling aan je oor en een weldadige rust die de ruimte vult. Zelf voel ik er soms een aangename vorm van melancholie bij. Verdrietig? Nee nooit. En van iedereen hoor ik tevreden geluiden: “Nooit gedacht dat ik harp zo mooi zou vinden” vertelde iemand mij. Berry is ooit begonnen met piano en later kwamen de dwarsfluit en de harp in zijn leven. Hij speelt zonder bladmuziek en dus vroeg ik hem of hij improviseerde: “Ja, maar vaak met een knipoog naar bestaande muziek.”
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in juni een nieuwe website gelanceerd met als onderwerp de palliatieve zorg. Deze website wil antwoorden geven op de vragen die ontstaan bij iedereen die er mee te maken krijgt. En dat zijn héél veel vragen. Ik begin er niet eens aan om voorbeelden te geven en stuur u meteen door naar de website: www.overpalliatievezorg.nl. Gewoon eens kijken, nu meteen bijvoorbeeld. Dan wordt het ook niet vergeten.Regelmatig volgen we cursussen en krijgen we bijscholing. In mei en augustus kwam Gijs Gommers van de brandweer onze kennis opkrikken. We blijken een zeer modern gebouw te hebben, ingedeeld in compartimenten om uitbreiding van eventuele brand af te remmen en een alarmsysteem dat rechtstreeks verbonden is met de brandweer. Gaat het alarm af, dan staat de brandweer binnen 8 minuten op de stoep. Wat wij van Gijs geleerd hebben is wat wij in die 8 minuten kunnen doen én wat we zeker NIET moeten doen. De belangrijkste boodschappen die we meekregen: deuren dicht en dat rook tijdens die eerste 8 minuten onze grootste vijand is.
In juni was het jaarlijkse “uitje” voor alle vrijwilligers. “We trommelen jullie op bij Zaal Sterrebosch” stond in de uitnodiging geschreven. En dat hadden we letterlijk moeten opvatten: Wij zijn daar hartelijk ontvangen en hebben een trommel workshop voorgeschoteld gekregen. Voor iedereen was er wel een instrument waar we vakkundig een muziekstuk mee hebben ingestudeerd. Een heel ontspannen activiteit en een hoop herrie om een grote gevarieerde groep actief te vermaken.Onze trek werd gestild met een overheerlijk en goed verzorgd diner. Complimenten ook voor het met aandacht en originaliteit aanpassen van de maaltijden voor de vegetariërs!Met dank aan De Uitjescommissie 2019. Te weten Edith, Thea en Carla.
In de maand juli was het wat stil in het hospice. Af en toe was er geen gast en dan weer één. Maar terugkijkend op de afgelopen drie maanden zien we dat toch niet terug in de cijfers. In het hospice hebben we het eerste half jaar hetzelfde aantal gasten mogen ontvangen als vorig jaar. Bij Thuiswaken is er een enorme groei in het aantal uren dat onze vrijwilligers bij de cliënten waken, De inzet overdag wordt veel gevraagd. En het aantal cliënten is nu al evenveel als heel vorig jaar. Harrie
Thuiswaken; anekdotes
In deze nieuwsbrief plaatsen we twee stukjes die gaan over gebeurtenissen die indruk maken tijdens een thuiswaken. Wie over het waken wat meer wil zien en horen verwijs ik graag naar de website van de VPTZ via deze link: https://youtu.be/nULEGhDGd6U; waar een uitgebreid interview staat met verschillende wakers en aspecten van het thuiswaken. Nachtelijk bezoekHet was een hele warme zomernacht toen ik ging waken bij een meneer. Hij had een aanbouw aan zijn huis en daar lag meneer in een hoog/laag bed. De achterdeuren stonden open maar het was toch nog heel warm daarbinnen toen ik om 22.45 uur daar aankwam. Nadat ik had kennisgemaakt en even met hem gepraat te hebben ging hij slapen. Omdat het zo warm was binnen liep ik even naar buiten.
Op het terras dicht bij het huis stond een tuinset. Mooi dacht ik, daar ga ik vannacht zitten om de nacht door te brengen. Meneer kon ik goed zien en horen vanaf die plaats. Er brandde een lampje bij meneer. Dat was geen probleem. Ik had een lampje op batterijen bij me in mijn waaktas, waar ik altijd van alles in stop dat ik denk nodig te hebben in mijn waaknacht. Het lampje installeerde ik op de tafel zodat ik kon handwerken.
Het was een mooie dichtbegroeide tuin waar ik me wel veilig voelde die nacht. De nacht verliep rustig en halverwege die nacht dacht ik nog bij mezelf: Nou ik zit toch maar midden in de nacht buiten en als er nu eens iemand kwaad wil? Ach, dacht ik, dat moet wel heel toevallig zijn, niemand kan mij hier zien zitten. Totdat er opeens achter mij in de struiken een enorm geritsel en beweging was. Ik schrok heel erg. Totdat ik de dader achter mij zag toen ik mij omdraaide. Uit de struiken kwam een enorm grote egel aan wandelen.Gastschrijfster Corry Moors
Geluiden in de nacht
De aanvraag voor de wake die ik mocht gaan invullen betrof een zeer benauwde mevrouw. In de waakrapportage stond: na een recente griep gaat het nu gestaag en snel bergafwaarts. Zij houdt vocht vast in haar longen en voeten waardoor zij heel kortademig is en slecht loopt. Er staat géén bed in de woonkamer, ze zal waarschijnlijk niet in bed liggen ’s nachts i.v.m. de kortademigheid. Zij hangt in haar stoel en dommelt weg. Wanneer de kortademigheid te erg wordt, wordt zij onrustig en gaat zij door de kamer lopen.Het was de eerste nacht dat er bij haar iemand ingezet werd en gezien de waakrapportage dacht ik bij mezelf dat het wel eens een korte wake en een zware nacht zou kunnen worden. Iemand bijstaan, die ernstig benauwd is geen makkelijke opdracht. Toen ik binnenkwam door de achterdeur, zoals afgesproken, zag ik twee dames geanimeerd naar de TV kijken en werd ik hartelijk welkom geheten. Ik vroeg me even af of ik wel in het juiste huis was omdat ik geen ernstig benauwde dame zag. Er werd verteld dat er nieuwe medicatie was voorgeschreven die middag waarop mevrouw duidelijk zeer goed op reageerde. Ze ging vannacht lekker in haar eigen bed slapen. Nadat mevrouw haar medicatie had gehad ging de buurvrouw naar huis en mevrouw ging geheel zelfstandig naar bed.Mevrouw sliep snel en ik ging regelmatig kijken hoe het haar verging. Halverwege de nacht sprong ik op omdat ik plots een rochelende ademhaling dacht te horen. Met de waakrapportage in mijn achterhoofd dacht ik dat mevrouw haar einde naderde. Bij mevrouw aangekomen leek er niets aan de hand: ze kreunde in haar slaap, maar er was niets om me ongerust over te maken.Een uurtje later hoorde ik hetzelfde geluid. Weer schrok ik maar mevrouw lag nog immer rustig te slapen. Wat bleek ….het was de oude koel-vriescombinatie die aansloeg en het geluid van een rochelende oude dame produceerde in de stilte van de nacht. Martijne
Attent
De Stichting Roparun heeft, ook met de zwemactie van Maarten van der Weijden, prachtig veel geld bij elkaar gehaald. Hiervan kopen zij onder andere koppelbedden voor hospices. Wij hebben het bericht gekregen dat we één van de gelukkigen zijn die er één krijgen. We kijken reikhalzend uit naar dat prachtige speciale bed waarmee we van een één persoonsbed een echt tweepersoonsbed kunnen maken. In de tussentijd zijn onze vrijwilligers uiterst creatief. Samen met het bed van een lege kamer maakten ze het mogelijk dat na lange tijd in het ziekenhuis, dhr. en mevrouw heerlijk samen konden zijn.
In de huiskamer van het Hospice staat sinds vrijdag 30 augustus een prachtige boekenserie “Het aanzien van….. “. De serie is compleet van 1920 t/m 2007. In de jaren daarna zijn er boekjes “Het afzien” gekocht. Deze boeken zijn door een gulle geefster uit Wijchen in ons bezit gekomen. Dat heeft te maken met de ziekte van de echtgenoot van de schenkster. Ook in het afgelopen kwartaal werden we weer verrast met spontane giften. Vier families zorgden voor een totaalbedrag van €950. Soms worden we er stil van. Harrie
Herfst
Na de bloei volgt dan de oogst voer voor lichaam, ziel en geest prachtig goudoranje kleuren afscheid van wat is geweestMet de oogst ook nieuwe zaden rustend tot de juiste tijd binnen branden nieuwe haarden van storm en ballast nu bevrijdDus bij de warmte en de rust gevoed door wat de zomer bracht ontdaan van wat niet nodig is geeft herfst een warme zachte kracht
Nieuws en achtergronden van Thuiswaken en Hospice Wijchen
Redactie: redactie @ hospicewijchen.nl
Voorwoord
Heeft u het zich wel eens afgevraagd? Hoe verloopt een dag in een Hospice of een nacht bij iemand thuis waken? Het is niet iets waar iemand graag aan denkt. Maar het is misschien wel iets dat ooit dichtbij komt, omdat we allemaal ooit te maken krijgen met het overlijden van een dierbare. Wij merken dat mensen die ons hospice van binnen niet kennen, of niet weten hoe een wake thuis gaat, regelmatig denken dat het eng, somber en altijd verdrietig is. Ik kan u vertellen dat dat zeker niet zo is. Wij maken wel nare en verdrietige dingen mee, maar zeker ook hele vrolijke, mooie en hartverwarmende momenten.
In deze editie van de Vier Jaargetijden nemen we u daarom een beetje mee en geven we u een blik achter de schermen. Niet echt natuurlijk, maar onze redacteuren schetsen met fictieve personen een beeld voor u van een ochtend en vroege middag in het hospice en een nacht bij een cliënt thuis. In de volgende editie volgen de namiddag en de avond. Misschien herkent u het beeld omdat u het zelf meegemaakt heeft als nabestaande, bezoeker of vrijwilliger. Het kan helpen om een beeld te vormen. En wellicht bedenkt u zelfs dat het mooie werk dat onze vrijwilligers doen ook wel iets voor u kan zijn. Of voor iemand die u kent. We horen het graag als u een reactie heeft.
Het afgelopen voorjaar bracht ook nieuw leven bij het hospice van een prachtig vogelpaar dat een nestje bouwde in een van onze vogelhuizen. Gasten, bezoekers en vrijwilligers hebben er van genoten. We wensen deze kleine vogeltjes een mooie zomer en een mooi leven toe. Zo ook aan u allen. Geniet van de zomer en wat de dagen brengen mogen.
Tjitske Huender Directeur
Ochtenddienst: 07.00-11.00 uur
Na een korte frisse fietstocht sta ik om 6.45 uur voor de deur van het nog donkere, stille hospice. De lichten in de gang zijn nog uit, Ik ben de eerste van de 2 vrijwilligers die de nachtdienst komt aflossen. Na het openen van de deur door de ZZG-nacht-verpleegkundige begroetten we elkaar en lopen we naar de vrijwilligersruimte, de lampen in de gang gaan aan. In de vrijwilligersruimte ligt een breiwerk op de hoek van de tafel, het is een rustige nacht geweest. Nadat mijn collega E is gearriveerd krijgen we een kopje thee en starten we met de overdracht.
Mevrouw V in kamer 1 heeft de hele nacht geslapen. Zij lag al in bed toen de ZZG-nacht-verpleegkundige binnenkwam. Ze heeft haar niet wakker gezien. In kamer 2 ligt mevrouw K. Zij was vroeg in de ochtend wakker en is nu opnieuw in slaap gevallen. We laten haar lekker slapen. In kamer 3 ligt mevrouw T. Haar man is vannacht blijven slapen. In de nacht is ze een paar keer wakker geweest, voor een toiletbezoek, maar sliep daarna weer rustig verder. In kamer 4 ligt mijnheer W. Mijnheer is stervende en 2 van zijn dochters hebben vannacht bij hem gewaakt. De situatie is onveranderd en verwacht wordt dat het langzaam minder zal worden.
Na de overdracht, vertrekt de ZZG-nacht-verpleegkundige en wensen we haar welterusten. Onze dienst begint. Tijdens onze thee lezen we de zorgmappen van de gasten, zodat we kunnen zien hoe het de diensten ervoor is gegaan. Op deze manier krijgen we, naast wat de nachtdienst ons vertelde, een beter beeld van de situatie. Op deze manier wordt ook voor ons duidelijk wat we voor verschillende gasten moeten bijhouden, voor de ene de urineproductie, bij de ander staat de instructie dat ze met een draaischijf en 2 personen uit bed gehaald moet worden.
Hierna pakken we de lijst waarop de 4 diensten staan en zien dat het de dag is waarop de levensmiddelen in de koelkast gecontroleerd moeten worden. Ook moet de magnetron schoongemaakt worden. Er is een ochtendkrant voor 1 van de gasten die wordt door collega E even gehaald. Dit zijn mooi de taken die we kunnen doen voordat de gasten wakker worden. Collega E controleert de koelkast en ik maak de magnetron schoon. Ik vul de afwasmachine, we schuiven de overgordijnen open en de TV gaat aan op de radiozender 100% NL, zachtjes maar toch net aan. Zo werken we de lijst af, naar elkaar toe.
Omdat het in alle kamers nog stil is lopen we eerst even naar het washok. Daar hangen de lakens al droog aan het wasrek, klaar om gestreken te worden. De lakens zijn regelmatig een discussiepunt, mogen ze wel in de droger of niet. Besloten is niet, dus hangen ze in de warme machinekamer en bij mooi weer lekker buiten. De wasmachines zijn klaar, 2 schone draaien kunnen in de drogers.
Daar gaat de bel, 8.30 uur. E doet open, de ZZG-verpleegkundige is er, samen met een stagiaire. Terwijl zij opstarten haal ik thee voor ze en overleggen we hoe de ochtend ingevuld gaat worden. Allereerst verzorgen de verpleegkundigen de medicijn-rondes. Sommige gasten moeten eerst bepaalde medicatie hebben voordat ze uit bed gaan, of voordat ze kunnen gaan ontbijten.
Daarna spreken we af dat collega E samen met de verpleegkundige naar mevrouw V in kamer 1 gaat, en ik samen met de ZZG-stagiaire naar mevrouw T in kamer 3. Op onze vraag aan mevrouw T of ze gewassen wil worden of onder de douche wil kiest ze, met een glimlach, voor douchen. Dat is zo fijn, het warme water langs haar lichaam. En dan kunnen ook de haren gewassen worden. “Ach”, zegt ze, met een lachje, “dat is net iets wat Jan (haar man) niet zo goed kan”. Het is een onderneming voor mevrouw, maar ze heeft het er voor over. Haar man gaat even naar de huiskamer, drinkt daar rustig een kopje koffie en leest de krant.
Samen met de ZZG-stagiaire halen we mevrouw uit bed, en met behulp van de draaischijf kan ze zonder veel ongemak op de postoel plaatsnemen. Zo rijden we haar naar de afgesloten doucheruimte om haar in alle privacy te douchen. Terwijl de ZZG-stagiaire mevrouw doucht, verschoon ik het bed, ruim het nachtkastje een beetje op en doe de gordijnen open. Het zonnetje komt al naar binnen.
Terwijl mevrouw T wordt afgedroogd en ik even niet verder hoef te ondersteunen gooi ik het beddengoed van mevrouw T in de wasmachine en loop ik richting kamer 4. Naast de deur staan 2 pilaren, op iedere pilaar een brandende (elektrische-)kaars. Hieraan kan iedereen die in het hospice komt zien dat op die kamer iemand stervende is, of misschien net is overleden.
Nadat ik op de deur heb geklopt en zachtjes binnenloop, zie ik de dochters om het bed zitten, de een houdt de hand van haar vader vast, de ander zit met haar ogen dicht in de stoel naast het bed. De gordijnen zijn half open. Het is stil op de kamer, het enige geluid is de ademhaling van mijnheer. Stokkend en onregelmatig, even is het stil en dan met een diepe zucht komt het weer op gang.
Terwijl de andere dochter wakker wordt, praten we zachtjes over hoe de nacht gegaan is. De beide dochters geven aan dat ze zien dat het langzaam meer achteruit gaat, zien het aan zijn gezicht en horen het aan de ademhaling. Ze hebben er vrede mee, maar zijn, logisch, ook verdrietig. Ze bespreken dat ze om beurten naar huis gaan, en voor de dochter die achterblijft maak ik een ontbijtje en terwijl zij dat even rustig in de huiskamer opeet, blijf ik bij mijnheer W.
Ik zit naast hem, en kijk naar zijn gezicht. Het is een rustig beeld, met de ademhaling als enig teken van leven. Op zijn plankje staat een foto, van hoe hij was. Een stevige, trotse man, fiere houding, grote lach met een zongebruind gezicht. Het stevige is al een tijdje verdwenen, maar dat trotse zie ik toch nog wel in hem terug. De dochter is klaar met het ontbijt en komt terug de kamer in, ik ruil weer met haar en druk haar op haar hart te bellen als ze iets nodig heeft. Ze knikt, een dankbare grimas. In kamer 3 zit mevrouw T lekker in de sta-op-stoel, moe maar tevreden, en ze is toe aan haar ontbijtje. Haar man is even naar huis gegaan en komt vanmiddag weer terug. Ze wil graag een kopje gewone thee, met 2 bruine boterhammen, zonder korstjes, één met jam en één met appelstroop, in kleine stukjes gesneden.
In de keuken kom ik collega E tegen, die het ontbijt voor mevrouw V aan het verzorgen is. Tijdens het maken van het ontbijt nemen we de lopende zaken door, wat moet er nog en wat kunnen we overdragen aan onze vervangers om 11.00 uur. Mevrouw K is net wakker. Zij krijgt van ons vast een kopje thee en zal door onze vervangers verder geholpen worden. Intussen is het 10.35 en wordt het tijd dat wij de zorgmappen gaan bijwerken. Dit is belangrijk, zodat onze collega’s na ons weten hoe het met de gasten gaat. Zijn er bijzonderheden, krijgen ze bezoek, is er een bijzondere verandering, verslechtering, heeft mijnheer of mevrouw speciale wensen voor het eten, alles noteren we zodat het voor de andere diensten duidelijk is. Dit voorkomt dat de gast het nog een keer moet herhalen, of er frustratie ontstaat omdat het vergeten is door te geven.
Om 10.45 uurgaat de bel, de eerste vervanging is gearriveerd. De 2e komt via de ”artiesteningang”, de deur gaat open en we voelen de warme lucht van buiten naar binnen komen. Coördinator Jessica komt aan de tafel zitten, en terwijl iedereen iets te drinken heeft starten we de overdracht.
Om 11.00 uur zit de dienst erop. Terwijl ik de vrijwilligersruimte uitloop kijk ik naar rechts. De vlam van de kaars flikkert, en ik hoor een snik en als ik richting de buitendeur loop denk ik….. koester de dag….morgen is alles anders…..
Margareth
Dagdienst: 11.00-15.00 uur
Het is kwart voor elf. Ik kijk thuis nooit op het rooster met wie ik werk en plan mijzelf nooit speciaal met bepaalde collega’s wel of niet in, dus het is altijd weer een verrassing wie de deur opent als ik kom. Mijn collega’s zijn druk geweest deze ochtend, hoor ik meteen als ik vraag hoe het gaat vandaag. Ik voel aan dat het fijn is als ik dit keer zélf even voor de koffie en thee bij de overdracht zorg, dus vraag ik mijn collega’s wat zij willen en geef ik hen de ruimte om in alle rust de laatste dingen van hun dienst af te kunnen ronden. De collega met wie ik zal samenwerken is er dan ook en we sluiten de deur van de vrijwilligersruimte voor de overdracht. De coördinatrice sluit nog snel aan.
We horen aan hoe het met iedere gast gaat en wat belangrijk is om in onze dienst te weten of te doen. Twee van de drie gasten zijn nog niet klaar met hun verzorging en één gast zal zo een verlaat ontbijtje lusten.
Verder is er vandaag na de verzorging en het verwisselen van het beddengoed waarschijnlijk behoorlijk wat was te doen. De coördinatrice gaat zo weg voor een intake voor een thuiswake. Zij hoopt op tijd terug te zijn, maar geeft toch aan ons door dat er rond half twaalf een dochter en schoonzoon van een gast komen, die kortgeleden is overleden. Zij komen om nog wat laatste spullen op te halen en willen graag vast een collectebus meenemen. Wij kennen deze mensen intussen goed en weten dat zij het fijn zullen vinden als wij de tijd hebben om samen even te gaan zitten. We zullen proberen voor die tijd klaar te zijn met de verzorging van onze gasten en hierop maken wij een taakverdeling.
Mijn collega helpt de gast van kamer 2 om zich zelf te wassen en zorgt voor het ontbijt. Ik help de verpleegkundige van de ZZG met de verzorging van onze gast van kamer 4.
Hij lijkt nu echt aan zijn laatste stukje van het leven te beginnen. Het is belangrijk dat hij zich zo comfortabel mogelijk voelt, en de voorzichtige verzorging die wij zullen bieden zal daar op gericht zijn. Ik voel toch altijd wel even dat mijn hart iets anders gaat kloppen als ik deel mag uit maken van dit soort momenten. Natuurlijk is het minstens net zo belangrijk dat we direct naar een schone handdoek kunnen grijpen als dat nodig is, en doen wij allerlei taken die erop gericht zijn een prettige, warme sfeer in huis te brengen voor iedereen. Toch vind ik het persoonlijk contact ook erg bijzonder om te mogen beleven. Ook in een situatie zoals deze, waarin de gast nog nauwelijks kan communiceren en er weinig mogelijk lijkt, vind ik het enorm waardevol om met aandacht en respect te kijken en luisteren naar wat fijn of nodig is. En daar mijn best voor te doen, zonder mij te verliezen in wat ik vind of dénk dat nodig is. Want ieder heeft zijn eigen behoeften en belevingen, vanuit het leven dat hij leeft. Deze gast is gewend door te zetten en niet te klagen, zoals ik veel bij ouderen zie. Soms is het moeilijk om die bescheidenheid te voelen, waar je die ander zoveel gunt. Hoe vermoeiend en soms pijnlijk de relatief eenvoudige zorg ook is die ik nu met de verpleegkundige bied, onze gast is dankbaar. Ik ontvang deze dankbaarheid met liefde en ik weet dat mijn openstellen daarvoor onze gast een gerust gevoel geeft.
“Fijn dat u nu weer beter ligt, rust maar uit nu”, zeg ik terwijl ik met een knikje en een warme glimlach mijn ogen even toe knijp. Ik wrijf met mijn duim over de oude hand die mij vasthoudt. Een kneepje, en dan een ontspannen zucht. Hij gaat slapen. De verpleegkundige heeft overlegd met zijn dochter en zal familie gaan bellen om hen de kans te geven onze gast in zijn laatste uren bij te staan en afscheid te nemen.
Ik zet een was aan en samen met mijn collega werk ik de afwas bij die de familie van gasten netjes naar de keuken gebracht hebben. De coördinatrice is terug en de familie van de overleden gast drinkt graag een kopje koffie voordat zij met de spullen en de collectebus afscheid nemen van het hospice. Als zij uitgezwaaid zijn en familieleden van onze huidige gasten gearriveerd zijn nemen wij even de tijd voor een boterham. Het is fijn om samen een korte pauze te nemen. Voor je het weet ben je, vaak met allerlei dingen van het moment, toch continue bezig in deze dienst. Hierna voorzien wij nog wat mensen van iets te eten en drinken en schrijven wij de overdracht. De middagdienst komt alweer zo!
Maaike
Witte dâ
De meeste mensen houden er wel van om een stukje te lopen. Zoiets als zondagmiddag een rondje Hatertse Vennen. Máár, dan alleen met mooi weer. Wij hebben twee vrijwilligers die dat wat ruimer zien. Dit voorjaar liepen er twee naar Santiago de Compostella. Cor deed dat vanuit het Portugese Porto en Marjan liep twee keer zo ver: zij startte aan de Frans-Spaanse grens. Inmiddels zijn beide weer terug op het nest en veel ervaringen rijker. Inderdaad, zonder blaren.
In onze tuintjes staan twee schitterende vogelhuizen. Eigenlijk meer formaat vogelpaleis. En ieder jaar strijken er weer bewoners neer om hun kroost op te voeden. Daarna zie je ze niet meer binnenvliegen. Enkele weken lang zijn pa en ma als bezetenen bezig met aanvoeren van voedsel om de hongerige mondjes te vullen. De rest van het jaar zie je ze ontspannen rondscharrelen tussen onze plantjes en kijken wij met weemoed naar foto’s zoals deze hier.
Twee maanden geleden schreef de Wegwijs uitgebreid over het thuis waken door onze vrijwilligers. Dit artikel moet goed gelezen zijn, want we hebben tot vandaag 13 thuiswakencliënten kunnen helpen. We hebben dit jaar een toename gezien in de aanvragen voor het waken overdag. Sowieso is er een toename in de aanvragen voor het thuiswaken, het is heel fijn dat mensen ons nu weten te vinden. Mantelzorgers kunnen worden ontlast en de wens om thuis te sterven kan mede door de thuiswakenvrijwilligers worden ingewilligd. Door de toenemende aanvragen zijn we op zoek naar vrijwilligers die overdag en/of in de nacht willen waken. Zegt het voort! Zegt het voort!
Begin april kwamen een tuinman, een klusmedewerker en een vrijwilligster van Hospice Bijna Thuis uit Druten op bezoek. Onze tuinmannen lieten zien hoe wij onze tuinen ingedeeld en ingericht hebben; anders dan bij ons heeft men in Druten een grote open tuin. Hierna zijn we ook nog langs allerlei kleine zaken in ons gebouw gelopen. Er was veel belangstelling voor onze gordijnen/vitrage, de doorvoer voor een zuurstofslangetje van een gastenkamer naar het zuurstofapparaat op de gang, onze klimaatregeling, keukeninrichting en nog veel meer van die leerzame en interessante details. Afsluitend zijn wij uitgenodigd voor een tegenbezoek om ook van hen te kunnen leren. Zeer gewaardeerd!
Het bestuur VPTZ Wijchen heeft in haar vergadering op 27 mei de jaarrekening en het jaarverslag over 2018 vastgesteld. We kunnen terugkijken op een jaar waarin we voor velen iets hebben kunnen betekenen in de laatste dagen van hun leven. Op www.hospicewijchen.nl onder het kopje organisatie zijn het jaarverslag en de jaarrekening te vinden.
Het bestuur en de directeur willen een ieder hartelijk bedanken die op welke wijze dan ook heeft bijdragen aan de resultaten van het afgelopen jaar.
De oplettende lezer heeft onder twee artikelen nieuwe namen gelezen. En inderdaad is de redactie gedeeltelijk vernieuwd. Marja van Lansbergen heeft drie jaar lang mooie en boeiende artikelen geschreven voor Vier Jaargetijden maar is nu gestopt. We zijn blij dat Maaike Seeger-Kühnen en Margareth Wolff het stokje hebben overgenomen en hebben het volste vertrouwen dat u hun bijdragen zult waarderen.
De redactie bestaat nu uit: Martijne van Asten Laane, Silvester Eltink, Tjitske Huender, Harrie Krebbers, Maaike Seeger-Kühnen en Margareth Wolff.
Harrie
Thuiswaken; een voorbeeld van een nachtwake
Vanavond is gepland dat ik ga waken. Via de mail heb ik van de coördinatoren een waakrapportage en een planning gekregen.
Een waken begint voor mij met het afdrukken van de gegevens. Dat doe ik pas de dag voor de start want regelmatig wordt een waken afgelast om diversen reden. Het afdrukken van de waakrapportage is handig omdat ik dan alle belangrijke gegevens van de familie en andere zorgverleners bij de hand heb.
Ter voorbereiding lees ik de waakrapportage en de verslagen over de cliënt, van collega’s die er al geweest zijn, goed door. Het geeft een inkijkje in wat je die avond kunt verwachten.
Nu moet ik zeggen het beeld dat ik me vorm na het lezen nogal eens afwijkt van de werkelijkheid. Een voorbeeldje is dat ik een ernstig benauwde cliënt gezelschap zou houden en me had voorbereid op een nacht met een naar lucht snakkende patiënt. Deze cliënt had echter een goede dag en andere medicatie gekregen. Ze zat gezellig tv te kijken en sliep later als een roos.
Ik ga vooraf bij het adres langs, soms daadwerkelijk zodat ik de route weet. Vandaag bied internet met Streetview me voldoende informatie. De routebeschrijving uit de waakrapportage is wat anders dan het werkelijk zien.
Verder pak ik mijn ‘waaktas’ in. Daar gaat alles in waarmee ik die nacht mezelf kan wakker houden of wat ik denk nodig te hebben. Een boek, laptop, e-reader, kleur of knutselspulletjes, haak- of breiwerk. Wat te drinken, een pepermuntje, een plaid, een zaklamp, een opgeladen telefoon en een belletje voor de cliënt. Als laatste gaat daar een trommeltje met ontbijt en drinken in
In de middag ga ik naar bed en blijf daar een uurtje of drie, wat meestal geen probleem geeft omdat ik lekker slaap. Na de warme maaltijd geniet ik van een rustige avond zonder afspraken. Door deze voorbereidingen kan ik alles loslaten en er helemaal zijn voor de wake.
Ik zorg dat ik op tijd aanwezig ben. Het blijft steeds spannend voor mij om weer binnen te stappen bij een terminale patiënt en de familie. Ik stel me dan ook bescheiden op en tast af hoe de sfeer is. Ik ben me er terdege bewust van dat het ook voor hen spannend is wie er nu weer binnen komt; maak dan een praatje met de cliënt, indien mogelijk en/of met de mantelzorger(s).
Soms heb je een hele nacht niets of weinig te doen omdat iemand al gesedeerd is en soms heb je lange mooie gesprekken. Het maakt op mij altijd weer een grote indruk dat de cliënt zoveel aan je vertelt. En je dus zoveel vertrouwen geeft. Niet één wake is hetzelfde.
Als de cliënt me niet nodig heeft ga ik rustig zitten en kijk ik de kamer rond meestal zie je een heel leven weergegeven in de spulletjes en de inrichting. Als alles rustig is ga ik vaak breien. Elk half uur zorg ik wel dat ik even polshoogte neem bij de cliënt hoe het gaat. Tegen een uur of 5 heb ik vaak een dip dan is een rondje lopen door de kamer of een frisse neus op het balkon voor mij de remedie. Hoewel ik de nacht niet veel eet en drink wil ik dan wel een boterham pakken. Ik geniet regelmatig van het ochtendgloren en het zien wakker worden van het dorp.
Bij voorkeur loop of fiets ik naar huis. De frisse lucht doet me dan altijd goed. Het klinkt voor veel mensen heel raar, maar als ik naar huis loop voel ik me vaak heel blij en voldaan. Als ik thuiskom na een wake, ga ik douchen. Ik zeg altijd dat ik dan letterlijk en figuurlijk een wake van me afspoel.
Daarna stuur ik het waakverslag naar de coördinator. Afhankelijk van mijn bevindingen van die nacht, maak ik een afspraak met de coördinator voor een nagesprek. Zaken en ook vragen die belangrijk zijn voor collega-wakers noteer ik en breng ik in op de volgende vrijwilligersavond voor het Thuiswaken ( 1x per maand).
Daarna ga ik naar bed, en val dan onmiddellijk in slaap tot ongeveer twaalf uur. Voel me dan goed en kan gewoon verder met waar ik bezig was.
Martijne
Attent
In deze rubriek geven we aandacht aan acties, schenkingen, publiciteit, etc. die de bedoeling hebben het werk van VPTZ Wijchen te ondersteunen. Een kleine bloemlezing:
In de afgelopen drie maanden is er wel vijf keer een collecte gehouden na afloop van een gedachteviering, afscheidsdienst of uitvaart. En dan te weten dat er zo veel goede doelen zijn die allemaal om onze aandacht vragen. Zo mooi dat ons werk dan niet vergeten wordt.
Ook het behoud van leven wordt gevierd: na het herstel van de zieke partner ontvingen we een schenking van €250! En enkele dagen daarvoor een nog ruimere spontane gift. Zo maar… we weten de reden niet. Geweldig toch!
HOSPICE EN THUISWAKEN WIJCHEN ONTVANGEN MOOIE DONATIE VAN RABOBANK
Op dinsdag 4 juni kregen Rob, Jolette en Tjitske een cheque overhandigd door Martin Visser (directeur Bedrijven) en Piet Philipsen (ledenraad) van Rabobank Rijk van Nijmegen. Het was nog even een verrassing welk bedrag er op zou staan. Rob en Jolette (bestuursleden) hadden een tijdje geleden een aanvraag ingediend voor het lustrum van Het Hospice en het 30-jarig bestaan van Thuiswaken Wijchen in 2020. Een speciale lustrumcommissie is al bezig met het uitwerken van allerlei plannen. Wat er zeker gaat komen is een symposium voor genodigden uit het netwerk en alle Wijchenaren die belangstelling hebben. Voor dit onderdeel was een donatie gevraagd. Van 17 t/m 29 mei konden Rabobankleden stemmen op hun favoriete clubs via de Rabobank Clubkas Campagne. In totaal zijn er 6766 stemmen uitgebracht op 294 clubs/verenigingen/stichtingen die zich hadden aangemeld. Met 819 stemmen op het Hospice kwamen wij op de bovenste plaats en dat leverde maar liefst € 6.330,87 op! Een fantastisch resultaat! Wij willen iedereen bedanken die op ons gestemd heeft! Het is geweldig dat zoveel mensen ons een warm hart toedragen.
We hebben al eens geschreven over gasten die grotendeels opknappen en dan na enkele maanden, meestal met een mengeling van blijheid en weemoed, ons verlaten. Zo is recent een mevrouw overleden die enkele jaren geleden onze gast was. Na al die tijd zijn we niet vergeten: de gift van de dochter kwam uit een heel ver buitenland, maar bereikte ongeschonden onze penningmeester.
Ons rest enkel dankbaarheid. Harrie
Gedicht
Zoals de zachte nachtgeluiden Stil komen dwalen in je droom Raken gedachten je soms aan
Dat moeders ook dood kunnen gaan Dat vaders wel eens kunnen huilen En dat je nooit weet wat er komt
Hoe kun je een gedachte laten zwijgen? Het zijn net vlinders, hoe kun je vlinders slaan?
Op dinsdag 4 juni kregen Rob, Jolette en Tjitske een cheque overhandigd door Martin Visser (directeur Bedrijven) en Piet Philipsen (ledenraad) van Rabobank Rijk van Nijmegen. Het was nog even een verrassing welk bedrag er op zou staan.
Hierbij publiceren wij ons jaarverslag en de jaarrekening over 2018. We kijken terug op een jaar waarin we voor velen iets hebben kunnen betekenen in de laatste dagen van hun leven.
in 2020 bestaat Hospice Wijchen 5 jaar en Thuiswaken Wijchen 30 jaar. Ter gelegenheid hiervan organiseren wij een aantal activiteiten om de Wijchense bevolking te betrekken bij Hospice en Thuiswaken Wijchen. Hiervoor hebben wij financiele steun gevraagd aan de Rabobank Clubkas. Bent u lid van de Rabobank? Van 14 t/m 29 mei kunt u op ons stemmen! #RCC2019
De lente is in aantocht. Stiekem hebben we er al wat van mogen zien. Prachtige zonnige dagen en de bloembollen die tevoorschijn komen. Sommigen uitbundig zoals de narcissen en anderen heel voorzichtig, zoals de tulpen. Het is wel even schrikken als het weer dan ineens omslaat en ons overvalt met stormen, regenbuien en harde windstoten. Zoals het weer is, is ook vaak het leven. Soms uitbundig en vrolijk en soms stormachtig, koud en donker. Soms zien we mooie dingen aankomen en soms worden we overvallen door iets onverwachts verdrietigs. Voor ieder is het heel verschillend wat het leven brengt. In ons Hospice en bij mensen waar we thuis waken zien onze vrijwilligers vaak een heel leven voorbij komen. Mensen vertellen hun bewogen levensverhalen en het is, zoals Martijne in het stukje over Thuiswaken schrijft, “elke keer een bijzonder gegeven dat ik binnen mag komen en aanwezig mag zijn”.
Over het leven praten en wat het brengt, of gebracht heeft, dat doen mensen wel met elkaar. Over de dood praten, dat is moeilijk. Het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid Gelderland organiseerde een publieksdebat in Lux in Nijmegen over leven en dood. In deze editie neemt Marja u mee met een beschrijving van die avond.
Nog even weer weg van de lente naar winterse omstandigheden. Wat reden de heren van de Carbadge run een barre tocht over sneeuw en ijs. Koude omstandigheden, maar een groot avontuur in hun levensverhaal en een warm gebaar richting ons Hospice. En wist u dat prins carnaval en burgemeester en wethouders kunnen schilderen? Wij ook niet. Maar gezien de opbrengsten van de zeer spontane veiling voor ons Hospice doen zij dat niet onverdienstelijk. Dank en hulde voor deze mooie Wijchense spontaniteit. Tenslotte kunt in deze editie kennismaken met Anja van Baardewijk als nieuwe secretaris in het bestuur. Zij stelt zich voor en geeft een klein kijkje in haar levensverhaal.
Elk jaar herdenken we samen met vrijwilligers en nabestaanden in een herdenkingsbijeenkomst de levensverhalen van degenen die wij het afgelopen jaar hebben mogen bijstaan in hun laatste weken, dagen of soms maar uren. Het deed de aanwezigen duidelijk goed om met elkaar te praten, te herdenken en de koude storm en regen die rouw en verlies met zich meebrengen even te delen. Het was een warme bijeenkomst. Warm als de zonnestralen in de lente.
Tjitske Huender Directeur
Even voorstellen
Een nieuw bestuurslid: Anja van Baardewijk-Joosten
Graag stel ik me aan u voor: Anja van Baardewijk-Joosten, sinds oktober secretaris van het bestuur. Ik ben 51 jaar en ik heb -behalve tijdens mijn studietijd- altijd in Wijchen gewoond.
Ik ben getrouwd met Erwin en samen hebben wij drie kinderen: Tim (23) Lieke (21) en Kars (20), alle drie thuiswonende studenten.
Na mijn opleiding Bejaardenwelzijnswerk heb ik eerst 11 jaar gewerkt voor de Stichting Welzijn Ouderen Beuningen en vervolgens voor de Stichting Welzijnswerk Ouderen Nijmegen. Deze organisatie is inmiddels gefuseerd en nu werk ik voor Sterker sociaal werk, in de functie van directeur bedrijfsvoering.
In mijn vrije tijd ben ik graag maatschappelijk betrokken. In het verleden bijvoorbeeld bij de school van mijn kinderen en de hockeyclub. Maar ook in diverse besturen, bijvoorbeeld in het bestuur van het Mozaïek in Wijchen. En als dirigent van enkele (kerk)koren. Betrokken zijn bij een organisatie die betekenisvol is voor mensen stond al een poosje op mijn wensenlijstje. De vacature voor secretaris van het bestuur van Hospice en Thuiswaken sprak mij dan ook meteen aan.
Afgelopen zomer mocht ik in Nijmegen ervaren hoe belangrijk het werk van de vrijwilligers Thuiswaken is. Dankzij deze vrijwilligers hebben wij als mantelzorgers van mijn -inmiddels overleden- schoonvader de zorg kunnen volhouden.
Ik heb groot respect voor de vele vrijwilligers die betrokken zijn bij het Hospice en het Thuiswaken in Wijchen. Ik draag heel graag mijn steentje bij aan goede en betrokken palliatieve terminale zorg in Wijchen.
Thuiswaken in grote lijnen
Een thuiswaker helpt vrijwillig bij de zorg in de laatste fase van het leven van een zieke medemens. Mogelijk kent u Thuiswaken onder een andere naam. Namelijk de afkorting VPTZ (vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg) of de naam VPTZ Wijchen. Het belangrijkste wat een thuiswaker doet is ‘er zijn’. Zij zijn aanwezig bij de zieke en bieden hulp die mantelzorgers ook bieden, bijvoorbeeld waken. Dit kan zowel ’s nachts als overdag zijn. Een thuiswaker is er!
Een aanvraag voor Thuiswaken komt binnen bij de coördinatoren. De aanvraag kan gedaan worden als de behandelend arts een terminaal verklaring heeft uitgeschreven. Dit kan een arts doen als de verwachting is dat de cliënt binnen drie maanden zal overlijden. Aanvragers kunnen mantelzorgers zelf zijn, thuiszorgorganisaties zoals bv ZZG en Buurtzorg, huisartsen of ziekenhuizen.
De coördinator gaat op bezoek om kennis te maken en overlegt of de thuiswakers de gevraagde hulp kunnen bieden. Ze geven informatie aan de familie en de thuiswakers wat ze kunnen verwachten en maken in overleg een planning. Ze zijn de link tussen familie, professionals en de thuiswakers. Ook zijn de coördinatoren achterwacht en kunnen de thuiswakers altijd een beroep op hen doen.
De meeste waken zijn voor de nachten van 23.00 uur tot 07.00 uur de volgende ochtend. Inzet overdag of de avond is zeker ook mogelijk, maar komt nog wat minder voor. Inzet is altijd om de mantelzorger te ontlasten en de cliënt te ondersteunen. De vrijwilligers stemmen allemaal hun activiteiten af, in overleg met de persoon in terminale fase en de familie. Dit kan uiteenlopen van een gesprek tot het aanwezig zijn bij een rustig slapende cliënt. Thuiswakers vervangen de mantelzorgers en zullen geen zorgtaken uitvoeren waar de verpleging voor komt. Wel zijn ze er om het zo comfortabel mogelijk te maken voor de cliënt, te helpen en indien nodig hulp in te schakelen. Soms blijft de familie erbij en waak je samen.
“Er zijn” van de vrijwilliger geeft rust aan de mantelzorger om energie op te doen en de cliënt heeft iemand die er voor hen is.
Goed observeren en verslag uitbrengen aan de andere verzorgers geeft een stukje informatie waarop de zorg op maat gegeven kan worden. Het werken binnen de organisatie Thuiswaken Wijchen geeft de mogelijkheid onze ervaringen te delen, van elkaar te leren en elkaar vragen te kunnen stellen. De organisatie geeft ons de veiligheid dat wij er niet alleen voor staan.
Het is voor mij elke keer een bijzonder gegeven dat ik binnen mag komen en aanwezig mag zijn bij het proces voordat iemand zijn/haar de laatste reis begint. In de komende edities hoop ik er meer in detail over te kunnen vertellen.
Martijne
Dood of Leven? Een verslag.
Op maandagavond d.d. 28 januari j.l. vond er een interessante lezing plaats in Lux 7 over het levenseinde. Uit de website van Lux: opeens krijg je het nieuws te horen: je bent ziek en wordt niet meer beter. De dood wordt in een klap actueel, maar het leven gaat nog door. Toch hebben we het vaak niet over de laatste levensfase, zelfs als het sterven aanstaande is. De avond was heel divers, een echte doe-avond. De aanwezigen waren allemaal mensen die met stervenden hebben te maken: vrijwilligers, dus mensen zoals wij, mantelzorgers, hulpverleners ect.
Er was een lezing van Judith Prins, hoogleraar aan het U.M.C. Radboud, over kankerpatiënten. Zij benadrukte dat er bij de mantelzorgers en hulpverleners respect zou moeten zijn voor de fase van ontkenning. Het halen van de patiënt in de realiteit helpt niet bij het verwerkingsproces, zeker niet wanneer de diagnose net is gesteld en meegedeeld. De ontkenning heeft een functie. De patiënt is nog niet aan het sterven toe.
Jeanne Rens en Jacqueline van Meurs belichtten vanuit hun werk als pastoraal werkers de behandeling van mensen aan hun levenseinde. Voor hen zijn de patiënten vaak wildvreemden. Met luisteren kun je toch, als de patiënt dat wil, een intieme sfeer bereiken.
Rob van Ham haalde ons van onze stoelen met oefeningen over loslaten. In tweetallen lieten we ons leiden door de ruimte. Na een korte onderbreking volgde de omkering. Zo leerde je beide kanten van het loslaten kennen, we werden dus gemixt en leerden het treden uit je “comfortzone” kennen.
Jesse Boon van het Death Café vertelde ons dat ontmoeten het belangrijkste is wat er gebeurt in de samenkomsten. We werden verdeeld in groepen van 10 personen en vertelden onze eigen ervaringen met doodgaan en luisterden naar de anderen. We zaten in een kring en hoorden de verhalen van totaal vreemden aan. Het gezamenlijke aan deze oefening was dat de aanraking met de dood een leven lang mee kan gaan.
In de pauze zagen we een mimespel van enkel vrouwen. De enige muziek die te horen was kwam van een violiste. Allen waren in het zwart gekleed. Ieder kon de inhoud anders ervaren. Mij trof het mysterie van de dood. Ik heb ademloos staan kijken. De simpele muziek en het spel zonder tekst waren een verademing in de jachtige wereld van vandaag.
Marja
Witte dâ
Het was een rustige winter, dat mogen we wel zeggen. Maar in het Hospice zag het er vaak anders uit. Meestal waren alle vier de kamers bezet en even kwamen we handjes te kort. Dat werd opgelost door sommige diensten met drie in plaats van twee vrijwilligers te draaien. In het afgelopen kwartaal hebben we elf gasten begroet in het Hospice en heeft de groep Thuiswakers bij negen terminale zieken gewaakt.
De redactie heeft met lede ogen afscheid genomen van Marion Meij. Met haar interviews heeft zij ervoor gezorgd dat u kennis maakte met veel mensen die in onze organisatie actief zijn en waaruit hun werk bestaat. Maar ze ging ook buiten de deur kijken: zoals de bloemist die iedere week voor een kunstig boeket zorgt. Inmiddels is Martijne van Asten Laane toegetreden tot de reactie. Daar zijn we heel blij mee want zij werkt als thuiswaakster en zal u in de toekomst meenemen in dit boeiende en o zo belangrijke werk.
Zaterdag 16 maart vond in De Schakel de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst plaats. Dan herdenken we de overledenen van het afgelopen jaar die in het Hospice verbleven of waar onze Thuiswakers zich voor hebben ingezet. Dat doen we samen met de familieleden, vrijwilligers, medewerkers en enkele verpleegkundigen. Altijd weer opgeluisterd door ons eigen koor onder leiding van Hans Elbers.
De gedichten die werden voorgelezen, de muzikale intermezzo’s en de beschouwingen wisten ook dit jaar weer een gevoelige snaar te raken. Het openingsgedicht “Hoe zal het zijn” trof ons zo zeer dat we het gekozen hebben als slotgedicht van deze Vier Jaargetijden. Het oplezen van de namen van de 63 overledenen raakte weer alle aanwezigen en maakte veel indruk. Na afloop zorgde koffie, thee en vele gesprekken voor een ontspannen moment.
Harrie
De spil van het Hospice
Op een centraal punt van ons gebouw zit een klein kantoor met veel glas. Tijdens kantooruren zie je daar meestal iemand driftig tikkend op een toetsenbord, of aan de telefoon en anders met iemand in gesprek. Dat is onze coördinator, de spil van het hospice. Zo iemand moet dus veel te vertellen hebben en dus laten we beide coördinatoren, Jessica Reijnen en Tine Boes, aan het woord. Het is voor hen een duobaan en tijdens vrije dagen en in de weekenden zijn er vrijwillige coördinatoren beschikbaar.
“Wat doet een coördinator?”, is onze eerste vraag, waarop Jessica de essentie meteen te pakken heeft: “Een coördinator is een beetje manusje van alles omdat die overal verstand van moet hebben en overal inzetbaar moet zijn.” En dan volgt er een hele lijst met activiteiten waarbij de zorg voor de vrijwilligers als eerste aan bod komt en meteen daar achteraan de belangrijke rol voor de gasten, want: “We doen het opnamegesprek, bewaken dat de zorg goed blijft lopen, zijn contactpersoon voor de familie en als een gast overlijdt zijn wij daar spil in.” Maar daarmee zijn we er nog niet, want het Thuiswaken is het tweede werkgebied. Denk aan een kennismakingsgesprek thuis en als de wakes eenmaal lopen zijn de coördinatoren het aanspreekpunt voor de thuiswaakvrijwilligers en de familie”. Na elke nacht is er contact met de thuiswaker en iedere maand een uitgebreid overleg met de hele groep. Tine maakt duidelijk dat de organisatie een levendig geheel is waar altijd aandacht voor moet zijn. Ze noemt het klein beleid of finetunen: “ Als mensen vinden dat iets niet lekker loopt dan moeten we beleid bijstellen.”
Hoe word je dan coördinator en moet je daarvoor een medische achtergrond hebben? Tine vertelt dat ze in het verleden gestart is met een medische opleiding maar dat dit op haar pad kwam toen ze hier al enkele jaren als vrijwilliger werkte. Jessica was maatschappelijk werker en reageerde op een advertentie in de Wegwijs. En waar wordt dan op gelet bij zo’n sollicitatie? Jessica meent dat haar ervaring er voor zorgde dat ze weet hoe ze gesprekken moet voeren: “Ik schrik nergens voor terug en blijf rustig in situaties die spannend zijn.” Tine denkt dat een open houding en een groot empathisch vermogen, belangrijk zijn. Verder moet je flexibel zijn in je tijd. “We zijn hier van 9 tot 5 zichtbaar aanwezig en daarnaast 24 uur bereikbaar en indien nodig oproepbaar.”
Wat haal je er zelf uit?” is onze volgende vraag. Voldoening, zeggen ze beide. Tine geeft twee voorbeelden. Een gast zou nog een laatste bezoek afleggen met behulp van de wensambulance. De situatie verslechterde en het lukte ons dat te vervroegen zodat het op het nippertje toch nog gelukt is. Of als je ziet dat een familie zo mooi afscheid kan nemen. “Dat zijn ook voor ons kippenvelmomentjes. Daar staan we niet anders in dan de vrijwilligers.” Dat je samen met de vrijwilligers zoveel kunt doen voor onze gasten, geeft ze ’s avonds thuis vaak een intens gelukkig gevoel.
Het blijkt ook een zware baan te zijn. “Het wordt zwaar door de emoties van de gasten, de familie, de vrijwilligers en die van jezelf”, vertelt Tine. We begeleiden ze allemaal “maar bij ons houdt het wel op, daarom houden we wel oog voor elkaar.” Of gesprekken met vrijwilligers over dingen die niet goed gaan: “Hoe spreek je mensen aan die hier met hart en ziel komen om iets te brengen?” Een organisatie met 90% vrijwilligers functioneert echt anders. Jessica kwam een half jaar voor de opening van het hospice in dienst en de aanname en selectie van meer dan zestig vrijwilligers, samen met haar collega, werd haar leerschool. En er was al veel ervaring opgedaan met de vrijwilligers van het thuiswaken, dat inmiddels al twintig jaar draaide. Hoe je ze schoolt, enthousiast houdt voor dit werk en nog veel meer.
En hoe selecteer je vrijwilligers? Er zijn enkele factoren die duidelijk te herkennen zijn: “We kijken naar leeftijd, inzetbaarheid, psychische gesteldheid en lichamelijke belastbaarheid”. En daarna komt het onderbuikgevoel…. “Heeft iemand een prettige persoonlijkheid, past die binnen de groep, zien we iemand alleen op een kamer met een gast, vertrouwen we dat?” Verder blijkt het moeilijker te zijn om thuiswakenvrijwilligers te werven. Dat werk doe je immers in je eentje, meestal ’s nachts. Het is een andere verantwoordelijkheid en blijkt vaak een intense beleving te zijn. Een thuiswaker kan zo in het hospice werken maar een hospicevrijwilliger laten thuiswaken lukt niet zo maar.
We gaan afsluiten. “En wat je ook nodig hebt is een goede collega. Dit is een vak dat je niet alleen mag doen in mijn optiek”. Daar is Jessica heel stellig in. En tot slotte: “Het Thuiswaken en het Hospice kunnen niet bestaan zonder de tomeloze inzet van vrijwilligers. Dat is ons kapitaal. Het klinkt afgezaagd, we beseffen het iedere dag, omdat vrijwilligers hier met liefdevolle inzet werken, kunnen wij dat ook doen”.
Lea (gastredacteur) en Harrie
Attent
In februari reden drie Wijchenaren 2500 kilometer door de barre Scandinavische winter. Voor de kick én om ons te sponsoren. Toen ze terugkwamen scheen hier de zon en was het op de Markt 16 graden. Voor velen een prima moment om een terrasje te pikken. Wij werden daar ook uitgenodigd, niet voor een pilsje in de zon maar om een reusachtige cheque in ontvangst te nemen. John Cornelissen, Wiel Gerrits en John van Thiel bleken €4350 bij elkaar gereden te hebben. Als ik ga autorijden kost het me alleen maar geld. Onze directeur, Tjitske Huender, wist wel dat we iets konden verwachten. Maar zovéél….
Giften komen ook heel stilletjes binnen. Vaak van nabestaanden. In de afgelopen maanden een totaal van wel €2.291,-. Waaronder een mooi bedrag dat gedoneerd werd door een familie van iemand bij wie we thuis gewaakt hebben.
En van het schoonmaakbedrijf AMC krijgen we een jaarlijkse ondersteuning van €500,- De Kerken vergeten ons ook niet: Diaconie van de gemeente Wijchen en die van Maas & Waal schonken ieder €500.
Er komen zelfs giften uit het buitenland. Eind vorig jaar werden we benaderd door een echtpaar uit Engeland dat een band heeft met Wijchen. Ze waren zo onder de indruk dat er een mooi bedrag werd overgemaakt. Recent is er contact gezocht door iemand uit Canada. Deze dame had vernomen dat een dierbare vriend van haar het in zijn laatste weken erg fijn heeft gehad in ons Hospice en wil daar graag met een donatie haar dank voor uitspreken.
Kleurrijk Jaar was dit jaar het motto van Wijchens carnaval. De uitbaters van Het Witte Paard lieten daarom de Prins en zijn gevolg en Burgermeester en Wethouders schilderijen maken. Welke stimulerende middelen er gebruikt zijn valt niet meer te achterhalen maar het resultaat was van een dusdanig hoogstaand niveau dat iemand begreep dat dit geld waard was. Spontaan ontstond er een collecte in de zaal, werd er een veiling georganiseerd en vastgesteld waar het geld naar toe zou gaan. En zo kwam het dat de zondag daarna onze huiskamer vol liep met carnavalisten en de vier “kopers” van de kunstwerken. Tijdens deze extra ingelaste “pronkzitting” memoreerde voorzitter Rob Jeurissen hoe bijzonder het is dat tijdens het feest waarbij we de dagelijkse sores opzijzetten, mensen ook stilstaan bij de andere kant van het leven. Wat brachten ze mee? Een cheque van €1500 en een plastic beker met tachtig losse Euro’s!
We zijn allemaal opgegroeid met het begrip “iemand in de bloemetjes zetten”. Bloemenhuis Coryan uit Winssen brengt dat in de praktijk en heeft besloten om iedere maandag bloemen te brengen naar de Hospices van Druten en Wijchen. Afwisselend zorgen enkele vrijwilligers er voor dat op maandagmiddag uit die bossen prachtige arrangementen ontstaan. Een aardig initiatief waar we helemaal blij van worden. Immers: “Zeg het met bloemen”. Toen de fotograaf langs kwam was Trudi de gelukkige van de week.
Harrie
Gedicht
Hoe zal het zijn ?
Hoe zal het zijn als het straks lente is en alles fris en vrolijk wordt, het tere groen wat ontspringt en al het andere mooie wat met het voorjaar te maken heeft en jij er niet meer bent?
Hoe zal het zijn als het straks zomer is en alles bruist van tomeloze bloei, als men met vakantie gaat of juist weer thuiskomt van een fijne reis en jij er niet meer bent ?
Hoe zal het zijn in het najaar van de dagen, als de warme tinten overheersen, de bladeren vallen en ieder nageniet van wat er te genieten valt, ondanks storm, regen en wind en jij er niet meer bent?
Hoe zal het zijn als daarna koning winter intocht houdt, en die speciale dagen in december als ieder warmte zoekt bij elkaar, en jij er niet meer bent?
Ik weet het niet, ik wil het nog niet weten.
Ik hoop alleen, dat nu jij er niet meer bent, ik elke lente, zomer, herfst en winter me zal herinneren aan samen met jou, als het allermooiste moment.
Zaterdag 16 maart vond in De Schakel de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst plaats. Dan herdenken we de overledenen van het afgelopen jaar die in het Hospice verbleven of waar onze Thuiswakers zich voor hebben ingezet. Dat doen we samen met de familieleden, vrijwilligers, medewerkers en enkele verpleegkundigen.
Op zaterdag 23 februari overhandigden drie dappere mannen een prachtige cheque aan directeur Tjitske Huender van Hospice en Thuiswaken Wijchen. Maar liefst € 4.350,- haalden John Cornelissen, John van Thiel en Wiel Gerrits op aan sponsorgeld.